Eigen uitvaart bepalen
Tegenwoordig is het gewoon om zelf te bepalen hoe uw uitvaart eruit ziet. De meeste mensen willen niet blijven hangen in de standaard van een bijeenkomst in een aula met aansluitend koffie en cake. U kunt uw uitvaart helemaal zelf vormgeven op basis van uw eigen wensen. Om zeker te weten dat uw uitvaart wordt uitgevoerd naar uw wens kunt u een verklaring maken. Deze kunt u zelf maken of laten vastleggen bij een notaris. Hierbij moeten uiteraard wel de wettelijke regels in acht worden genomen, zoals hieronder worden besproken.
Een andere manier om er zeker van te zijn dat uw wensen goed worden uitgevoerd, is de hulp inroepen van een uitvaartverzorger. Begraven of cremeren is slechts een van de vele keuzes die gemaakt moeten worden. Weet u bijvoorbeeld dat koetsen gebruikt kunnen worden in plaats van volgauto’s? Een kasteel of tuin als afscheidslocatie met ‘live’ muziek? Een uitvaartverzorger is een professional die u alles kan vertellen over de mogelijkheden die u heeft. Hij of zij kan u helpen bij het nemen van beslissingen hierover. Op deze website kunt u hier enkele goede uitvaartverzorgers vinden.
Het is mogelijk om uw uitvaart helemaal zelf vorm te geven naar uw eigen wensen onder begeleiding van een uitvaartverzorger.
De website uitvaartinfotheek.nl kunnen we u ook van harte aanbevelen voor een uitgebreid overzicht aan wat er komt kijken vóór, tijdens en na de uitvaart.
Wettelijke regels
De wettelijke regels bij overlijden staan in de Wet op de lijkbezorging (Wlb). Het zijn regels wat er moet gebeuren bij begraven of cremeren. In het Besluit op de lijkbezorging en ministeriële regelingen zijn deze regels verder uitgewerkt.
Hieronder zijn enkele regels kort weergegeven over wanneer en waar je mag begraven en cremeren en waarom dit zo is.
- Een overledene mag niet eerder dan 36 uur na het overlijden begraven of gecremeerd worden. Deze regel is ingesteld wanneer een strafrechtelijk onderzoek nodig is. Daarnaast geeft de termijn nabestaanden tijd om te kiezen voor een begrafenis of een crematie. Uitzonderingen zijn mogelijk met toestemming van de officier van justitie en de burgemeester.
- Een overledene mag niet later begraven of gecremeerd worden dan 6 werkdagen na het overlijden, tenzij de burgemeester dit toestaat. Dit is opgenomen in de wet omdat een overledene uiteindelijk een bestemming moet krijgen.
- Een overledene mag alleen begraven worden op een begraafplaats of gecremeerd worden in een crematorium, tenzij de gemeente toestemt met begraven op eigen grond. Dit wordt gezien als een bijzondere begraafplaats.
Wat mag u met de as van de overledene doen?
Er zijn ook regels omtrent de as van de overledene. De as moet één maand worden bewaard door de eigenaar van het crematorium. De as wordt bewaard in een speciale asbus. Hierop staan de gegevens van de overledene en het crematienummer. Een maand na de crematie mag de asbus worden opgehaald. U mag de asbus
- Thuis bewaren
- Bijzetten in een crematorium of begraafplaats
- Begraven in een graf
- De as verstrooien op een daarvoor bestemd strooiveld of op open zee
- Meenemen naar het buitenland
Wat is cremeren en hoe gaat dat dan?
Over cremeren bestaan veel misverstanden: er zijn bijvoorbeeld mensen die denken dat er meerdere overledenen tegelijk gecremeerd worden, of dat de overledene zonder kist gecremeerd wordt, zodat de kist opnieuw gebruikt kan worden. In de Nederlandse wet (Besluit op de lijkbezorging) staat over het verbranden van meerdere overledenen tegelijk het volgende: “De verbranding geschiedt op zodanige wijze, dat vermenging of verwisseling van de as met die van andere lijken niet mogelijk is.”
Het is dus wettelijk verboden om meerdere overledenen tegelijk te cremeren en dit gebeurt dan ook niet. Ook wordt de overledene, als hij in een kist ligt, altijd in die kist gecremeerd. De kist is gesloten en wordt door de crematorium medewerkers niet meer open gemaakt.
Het crematieproces
Hoe verloopt het crematieproces? De crematie gebeurt bijna altijd meteen na de bijeenkomst, als iedereen nog in de koffiekamer is, maar in ieder geval op dezelfde dag als de bijeenkomst heeft plaatsgevonden. Vóór de crematie vindt er nog een identificatieprocedure plaats. De uitvaartverzorger heeft een verklaring afgegeven met een registratienummer en dit nummer moet overeenkomen met het registratienummer op de kist. Het crematorium heeft ook nog een eigen controle. Er gaat een vuurvast identificatiesteentje mee op de kist met een uniek nummer. Dit steentje blijft bij de as, zodat deze altijd kan worden geïdentificeerd. Voordat de kist de oven ingaat worden handvatten van plastic of metalen van de kist gehaald. Ook worden de bloemen van de kist afgehaald en buiten op een daarvoor bestemde plek neergelegd, of later door de familie meegenomen.
Er is geen vuur te zien als de oven geopend wordt om de kist met het lichaam naar binnen te schuiven. De oven wordt van tevoren verhit tot ongeveer 800 graden. Daarna wordt de toevoer van brandstof afgesloten en gaat de kist de oven in. Door de grote hitte gaat de kist vanzelf branden. Als de kist verbrand is, vormt zich een rode gloed om het lichaam van de overledene. Dit lijkt dus helemaal niet op het stoken van een vuur.
De crematie is voorbij na ongeveer één tot anderhalf uur. De grove asresten van kist en overledene worden uit de oven gehaald. Met een magneet worden spijkers en schroeven van de kist uit de as gehaald. Ook andere metalen van sieraden, tanden brilmonturen, enz. worden uit de as gehaald. Deze metalen worden verkocht en de opbrengst wordt aan een goed doel geschonken.
De grove asresten worden in een speciale machine fijn gemaakt en daarna in een asbus gedaan, samen met het vuurvaste identificatiesteentje. De asbus wordt afgesloten met een deksel. Op de asbus staan een nummer (hetzelfde nummer als op het identificatiesteentje) en de naam van de overledene. De asbus moet volgens de wet een maand in het crematorium blijven. Daarna krijgen de nabestaanden een informatiepakket van het crematorium toegestuurd. De nabestaanden kunnen dan kiezen wat er met de as moet gebeuren.
Begraven door de jaren heen
Begraven was eeuwenlang de enige vorm van lijkbezorging in Nederland. Crematie heeft vooral vanaf eind jaren zestig van de vorige eeuw een flink aandeel gewonnen. De groei is er nog steeds, maar gaat de laatste jaren langzamer. Er is nu een lichte voorkeur voor cremeren. In 2003 werden er voor het eerst meer mensen gecremeerd (50,6%) dan begraven, in 2011 was dit 58,4%.
Begraven in en rond de kerk
Lange tijd werd men rond, maar vooral in de kerk begraven. Als het kon, zo dicht mogelijk bij het altaar waarvan de heiligheid af zou stralen op de overledenen. Rond het altaar lagen vanzelfsprekend ook de duurste plaatsen. Hoe verder van het altaar verwijderd, hoe lager de tarieven werden. Zelfmoordenaars en ongedoopte kinderen werden helemaal op afstand gehouden, zij mochten niet in gewijde grond liggen. Door de bevolkingsgroei werd al in de zeventiende eeuw het ruimtegebrek nijpend. Begraven werd er tot dan toe in en rond de kerk, midden in de stad of het dorp. Het begraven in de kerk gebeurde niet altijd even zorgvuldig. Geruimd werd er niet, dus de kerken raakten overvol. Door het herhaald oplichten van de stenen, verzakte de vloer en sloten niet alle grafstenen even goed aan. Het gevolg was dat – afhankelijk van het weer – in de kerken soms een doordringende stank hing.
Toen er tegen het einde van de achttiende eeuw meer inzicht kwam in het belang van hygiëne en het gevaar van besmetting gingen onder verlichte geesten steeds meer stemmen op het begraven in de kerk te verbieden en de begraafplaatsen naar een plaats buiten de stad te verplaatsen. Het idealisme spreekt uit de benaming van bijvoorbeeld begraafplaats Ter Navolging (Scheveningen) dat in 1779 in gebruik werd genomen. Zelfs na de dood lieten sommige propagandisten zich niet onbetuigd, zoals blijkt uit een grafschrift: ‘Gij die dit leest op deze zerk/ gaat in uw leven veel te kerk/ maar als gij dood zijt, blijf er uit/ gelijk hij, dien dit graf besluit’.
Napoleon
In Frankrijk was men op dit gebied al wat verder. Napoleon verbood de kerkbegrafenissen in 1804. Na de inval van de Fransen werd ook in Nederland het begraven in de kerk officieel verboden. Maar het oude gebruik bleek zo sterk geworteld in de Nederlandse uitvaartcultuur, dat het besluit na het vertrek van de Fransen in 1813 direct weer ongedaan gemaakt werd. Pas in 1829 vaardigde koning Willem I opnieuw een verbod uit. Nieuwe begraafplaatsen moesten voortaan buiten de bebouwde kom worden aangelegd, maar er werden nog lange tijd ontheffingen verleend. Tot na het midden van de negentiende eeuw werd er in Amsterdam nog in kerken begraven. Door de groei van de steden werden veel begraafplaatsen overigens al snel weer door de bebouwing ingehaald en omsloten.
Groene oases
Zeker in de steden zijn begraafplaatsen daarmee groene oases geworden. Wie wel eens een begraafplaats bezoekt, merkt direct de andere sfeer die er heerst. Ook al raast even verder het verkeer voorbij, de indruk van serene rust overheerst. Misschien is het de nabijheid van de doden, of anders de afwezigheid van levende mensen, want veel bezoekers zijn er niet. Het bezwaar dat sommigen tegen begraven hebben – het zou zo’n groot beslag op de beperkte ruimte leggen – houdt geen rekening met wat een begraafplaats kan zijn. Begraafplaatsen hebben een bredere functie dan alleen een dodenakker. Veel begraafplaatsen zijn tegelijk parken met een grote natuurwaarde. Zeker nu ook de regels voor de beplanting versoepeld worden, neemt de diversiteit in flora toe.
Ruimen
Op zichzelf valt het ruimtebeslag van begraafplaatsen mee. Er worden jaarlijks ruim 58.000 mensen begraven. Als zij allemaal een eigen graf zouden krijgen van gemiddeld een bij twee meter, nemen zij een oppervlakte in beslag van 116.000 vierkante meter, oftewel 0.116 vierkante kilometer. Dat is een terrein van ongeveer 340 bij 340 meter. Dus zo veel terreinwinst boeken de doden ook weer niet. En in werkelijkheid wordt niet elk graf op een maagdelijke plek aangelegd. Er worden regelmatig oude graven geruimd. In een grote trommelzeef worden aarde en stoffelijke resten gescheiden. Die resten worden op een aparte, vaak afgesloten plaats begraven, of dieper in hetzelfde graf herbegraven, waarna het graf opnieuw gebruikt wordt. Met een tekort aan capaciteit zullen begraafplaatsen daarom voorlopig nog niet te kampen krijgen.
Wat zijn grafrechten en wat zijn de grafkosten ?
In Nederland heeft u de grond voor een graf in bruikleen u kunt deze over het algemeen niet kopen, daar betaald u dus ook de grafrechten voor. De kosten voor de grafrechten variëren per gemeente waar u of uw dierbare begraven wenst te worden. De grafrechten geven dus recht om een plek voor een bepaalde periode te huren. U moet de grafrechten betalen aan de gemeente maar er zijn ook begraafplaatsen waar u de grafrechten aan de houder van de begraafplaats zult moeten betalen.
Kosten voor de grafrechten
De kosten voor de grafrechten verschillen dus per begraafplaats en gemeente, ook verschillen de grafrechten tussen een algemeen graf en een familiegraf. Eigenlijk is familiegraf niet de juiste benaming want ook niet-familieleden mogen in dit graf begraven worden, officieel heet dit dan ook een particulier graf.
Algemeen graf en de grafrechten
In een algemeen graf liggen maximaal 3 overledenen begraven deze zijn over het algemeen vreemden van elkaar. De rechten voor een algemeen graf worden voor 10 jaar uitgegeven.
Grafrechten particulier graf of familiegraf
Bij een particulier of familiegraf bepaalt de eigenaar wie er in dit graf begraven mogen worden, de rechten voor een particulier graf worden voor onbepaalde tijd uitgegeven of voor een periode van minimaal 10 jaar.
Wilt u de grafrechten verlengen ?
Als u de grafrechten zou willen verlengen dan is dat mogelijk bij een particulier graf of familiegraf, u kunt dit 2 jaar voor het aflopen van de grafrechten kenbaar maken bij de begraafplaats. De begraafplaats zal u op de hoogte brengen van het feit dat de rechten zullen verlopen. Als u de grafrechten niet verlengd dan zal het graf geruimd worden. Een algemeen graf mag niet verlengd worden deze wordt na afloop van de termijn geruimd.
Een graf laten ruimen
Als een graf geruimd wordt dan zijn er meerdere mogelijkheden om de stoffelijke resten te verwerken. De stoffelijke resten kunnen worden herbegraven op een speciale plaats op de begraafplaats dit wordt ook wel een knekelput genoemd, de resten van meerdere graven komen hier bij elkaar te liggen. De stoffelijke resten kunnen ook dieper in het graf worden begraven dit noemen ze schudden. De nabestaanden kunnen ook beslissen om de stoffelijke resten te laten cremeren of ergens anders te herbegraven, aan de laatste twee opties zijn wel kosten verbonden.
Eigenaar onbekend
Als het adres van de eigenaar van de grafrechten niet bekend is dan zal er een aanplakbiljet bij de ingang van de begraafplaats of op het graf zelf geplakt worden waarin de aflooptijd van de grafrechten wordt aangekondigd. Als niemand zich meld voor het verstrijken van de termijn dan zal het graf worden geruimd aan het einde van de looptijd. Bij een algemeen graf is het niet verplicht om dit aan te kondigen maar over het algemeen wordt dit wel gedaan.
Asbestemming op begraafplaatsen
Door het groeiende aantal crematies is ook de vraag naar asbestemmingen sterk toegenomen. Sinds de tweedehelft van de jaren negentig zijn er op de begraafplaatsen steeds meer voorzieningen gekomen waar mensen as kunnen bijzetten, uitstrooien of begraven. Deze asbestemmingen op begraafplaatsen zorgen er deels voor dat de teruglopende inkomsten uit begrafenissen worden opgevangen.
Natuurbegraafplaats
Een natuurbegraafplaats is een begraafplaats waar de graven zijn gesitueerd op een gekozen plek in een natuurlijke omgeving. Sommige natuurbegraafplaatsen liggen in een bos- of parkachtig landschap en hebben graven met ornamenten en bloemen. Andere liggen ver buiten bebouwd gebied in de natuur en zijn sober uitgevoerd met de bedoeling dat de graven opgaan in de omgeving. Die liggen schijnbaar willekeurig verspreid, er is geen ordening door heggen of afrasteringen en er zijn geen speciaal vervaardigde grafstenen. De graven worden veelal wel gemarkeerd met zwerfkeien of houten kentekens.
Een van de voorwaarden bij natuurbegraven is dat overledenen worden begraven zonder materialen die belastend kunnen zijn voor het milieu.[1] Natuurbegraafplaatsen zijn over het algemeen vrij toegankelijk.
Nadeel
Een bezwaar dat tegen begraven in de natuur wordt opgevoerd is dat het veel ruimte inneemt, wat als problematisch kan worden ervaren in landen waar toch al weinig natuur is. Plaatsen die als begraafplaats in gebruik zijn kunnen vaak voor zeer lange tijd geen ander doel dienen. Een ander argument is dat de belasting van bodem, flora en fauna vanwege bijvoorbeeld in overledenen aanwezige medicijnen nog niet goed is onderzocht.
Voordelen
De voordelen t.o.v. een regulier graf is, dat het niet geruimd zal worden zodat “eeuwige grafrust” gegarandeerd wordt. Het graf behoefd geen onderhoud, wat voor de nabestaanden betekend dat als de behoefte tot het bezoek aan het graf afneemt ze zich ook geen zorgen hoeven te maken over het onderhoud of zich schuldig hoeven te voelen over de staat van onderhoud van het graf.
Je hoeft ook geen grafmonument of steen te plaatsen, welke over het algemeen zeer prijzig kunnen zijn. (sterker nog, het mag niet eens)
Het mooie is ook dat je nog bij leven een plek die je aanspreekt kan uit kan zoeken en met GPS markeren en bij een notaris vast laten leggen. Ook al duurt het daarna nog vele jaren voordat je zou komen te overlijden is dat plekje al verzekerd, tegen de op dat moment geldende tarieven.